zondag 12 juni 2011

Arthur Burssens Rupelmonde 23 - 11 - 1890 / Hoboken 28 - 9 - 1982


Het grafmonument voor Arthur Bursens

Arthur Bursens was de zoon van Jozef Bursens. In 1904 werd hij aangeworven bij de orgelbouwers Mortier, waar ook zijn vader werkzaam was. Deze laatste stichtte in 1908 een bedrijf voor danszaalorgels. In 1928 nam Arthur Bursens samen met Gustaaf Roels het bedrijf over en werkte men onder de naam Arburo, Arthur Bursens, Gustaaf Roels. Andere bronnen hebben het over Arthur Bursens orgels. In 1930 verwierf Arthur Bursens het pand op de Sint- Bernardse-steenweg 635 waar hij de rest van zijn leven is blijven wonen en werken. In die periode werkte er 20 tot 25 man in het atelier. Hier begon men met “rollenorgels” te vervaardigen. Doordat het op papieren rollen speelt in plaats van op boeken was het veel goedkoper in gebruik. De tweede wereldoorlog deed de vraag naar orgels afnemen. Er werd overgeschakeld op meubelen. De jaren na de oorlog was een gouden tijd voor de orgelbouwers waarbij de klanten de fabriek zelf opzochten voor de aankoop van een orgel. Dikwijls werd de volledige inrichting zoals tafel, stoelen en buffet geleverd. Vele orgels werden uitgerust met een accordeon die speciaal voor deze orgels werd gebouwd. Het is ook tijdens deze periode dat Arthur Bursens zijn grootste orchestrions heeft gebouwd. Het waren instrumenten die 96 toetsen telden met een rijke variatie aan registers en slagwerk. Alle toetsen hadden een functie. In het totaal zijn er een 20-tal gebouwd waarvan het orgel “Canada” het  eerste was. Het is ook nog het enige orgel dat van deze serie in België is gebleven. In 1950 trok Gustaaf Roels zich uit de zaak terug om naar onze  toenmalige kolonie Belgisch Congo te trekken. Hij startte er een houtzagerij op, maar keerde na anderhalf jaar terug naar België. Het aandeel van Roels was ondertussen overgenomen door Frans De Groof. De naam Arburo bleef behouden. In 1967 stierf Frans De Groof en Arthur Bursens, toen 77 wilde ermee stoppen. Het nietsdoen beviel hem echter niet en snel startte hij met de bouw van 52-toetsenorgels voor kermis of straatgebruik.  Als laatste maakte hij nog een reeks
68-toetsenstraatorgels waarvan de “Sint-Bernard” in 1975 werd voltooid en in 1977 de “Brusilia”. De meeste gingen echter naar Amerika of Engeland. Geen van al deze orgels zijn echter identiek. Tot op het laatste bleef Arthur Bursens experimenteren.


 
Met dank aan de heer Johnny Claes voor de informatie.

Bekende Orgels

De Venlo

De bouw van het orgel kwam in 1975 gereed bij Arthur Bursens te Hoboken (Antwerpen). Eerste eigenaar was A. Neleman te Breda en de naam was De Baronie.
Sinds 2001 in handen van de huidige eigenaar, C. Hendrickx te Zaltbommel. Het orgel telt 69 toetsen.
Kenmerkend is het donkerbruine front met op de kap het woord "Orchestrophone" (stijl in 1910). Het wordt geëxploiteerd te o.m. Venlo, vandaar ook de naam Venlo, het stadje van lol en plezier.

Francis Stapletons


De Zwaantjes


Westonian

Brabo


Het Scheepje


Carrillion


Pipo


Veronica


Het Kleintje

Aankoop Vlaamse Gemeenschap

Schaarbeek - De Vlaamse Gemeenschap heeft een prestigieuze orgelcollectie gekocht. De verzameling dans-straat- en kermisorgels van de familie Ghysels uit Schaarbeek werd voor 610.000 euro gekocht. Er is wel een voorwaarde: de orgels moeten gebruikt worden.

De collectie Ghysels bestaat uit een ensemble van muziekautomaten en mechanische orgels uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Het is de laatste grote collectie van deze aard in ons land. Grote mechanische dansorgels werden vooral in het begin van de twintigste eeuw in Antwerpen gebouwd door Arthur Burssens - Roels voor kermissen en danscafés.